Martijn Levie Roos en het Apeldoornsche bos

 

Martijn Levie Roos is geboren in Hardenberg op 20 september 1898 en in 1923 vanuit Groenlo opgenomen in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bos aan de Zutphensestraat 106. Hij was toen 25 jaar. Hij woonde een tijdje in Groenlo bij de familie Mogendorff in de Goudsmitstraat. Waarom hij daar woonde en waarom hij werd opgenomen in de inrichting is ons nog niet bekend. Zijn tante Henriette Roos-Godschalk uit Deventer was zijn bewindvoerdster. Martijn was 45 jaar oud toen hij in Auschwitz op 26 januari 1943 werd vermoord.

Martijn had een 2 jaar oudere zus Sophie Rosetha Roos, geboren in Hardenberg 18 december 1896 en vermoord in Auschwitz op 18 oktober 1944, 47 jaar . Zij was verpleegster. Het is niet bekend of zij dit ook in het Apeldoornsche Bos was.

Voorkant inschrijving bevolkingsregister van Martijn Levie Roos. Afbeelding: collectie Martie Rouwmaat.

 

Achterkant inschrijving bevolkingsregister van Martijn Levie  Roos. Afbeelding: collectie Martie Rouwmaat.

 

Registratiekaart Apeldoornsche Bos van Martijn Levie Roos. Afbeelding: collectie Martie Rouwmaat. Bron: Arolsen archieven.

 

Document oorlogsgravenstichting. Hierin wordt door de gemeente Groenlo aangegeven dat Martijn Levie Roos niet in Groenlo zou hebben gewoond. Aan de hand van andere documenten blijkt dat dat wel het geval is geweest. Martijn heeft zo'n drie jaar in Groenlo gewoond in de Goudsmitstraat bij Mogendorff. We proberen de verwarring hierover nog te ontrafelen. Zodra hierover meer bekend is, zullen we dat hier toevoegen.
 

Het Apeldoornsche bos

De psychiatrische inrichting het Apeldoornsche bos werd in 1909 geopend als instelling van de Vereniging Centraal-Israëlitisch Krankzinnigengesticht in Nederland. Het gesticht groeide uit tot de grootste joodse inrichting in Nederland en had vlak voor de Tweede Wereldoorlog een opnamecapaciteit van ruim 1.000 patiënten.

In het eerste jaar van de oorlog werden ruim 100 patiënten meer opgenomen dan de inrichting eigenlijk plaatsen kon. Het merendeel van hen kwam uit het doorgangskamp Westerbork. Op 1 april 1942 kreeg de inrichting de verordening opgelegd: alle niet-joodse personeelsleden moesten ontslagen worden. Ruim een derde van het personeel verliet de inrichting. Nadien werd het personeelstekort ruimschoots opgevuld met de komst van joodse mensen uit met name Amsterdam. Men had het idee dat 'Het Apeldoornse Bosch' door de bezetter met rust gelaten zou worden en probeerde zo te ontkomen aan een dreigende deportatie. Indertijd kreeg de inrichting de bijnaam 'Jodenhemel'.

Op 11 januari 1943 kwam commandant Aus der Fünten ('Hauptsturmführer van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung') naar het inrichtingsterrein kijken. Een week later, op 20 januari, arriveerde een groep van ongeveer honderd mannen van de Ordedienst uit Westerbork (de kamppolitie, bestaande uit Duitse en Nederlandse joden). Diezelfde dag vertelde de spoorwegbeambte Harmannus Kalkema dat op het station van Apeldoorn een trein van veertig wagons met plaats voor zeker 1.500 personen in gereedheid werd gebracht. In de nacht van donderdag 21 op vrijdag 22 januari 1943 werden alle patiënten in vrachtwagens naar de gereedstaande goederentrein gebracht, waaronder Martijn. Hoe dat er aan toe ging willen wij u besparen. De kampcommandant van Westerbork, Albert Gemmeker was er bij aanwezig. Ongeveer de helft van het personeel (circa 175 personen) en tachtig patiënten zagen kans tijdig te vluchten.

Hoofdgebouw Apeldoornsche Bos omstreeks 1930. Afbeelding: herkomst onbekend.


De volgende dag werd het terrein van het Apeldoornsche bos door de Grüne Polizei omsingeld. Onder leiding van Aus der Fünten werd 'Het Apeldoornse Bosch' ontruimd. Om zeven uur in de ochtend vertrok de trein met circa 1.300 joden via Westerbork naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Van de patiënten en het begeleidende personeel werd nooit meer iets vernomen. Van het overige weggevoerde personeel hebben waarschijnlijk slechts veertien mensen de kampen overleefd.

De trein vertrok de volgende ochtend en bracht de bijna 1200 patiënten en 50 van de personeelsleden, rechtstreeks naar Auschwitz, waar de patiënten bij aankomst op 26 januari 1943 direct gedood, al doen er ook nog andere verhalen de ronde.

De telefonist van de inrichting kreeg de opdracht het volgende te antwoorden op vragen:

'Der ist im Himmel, er ist heute ausgeflogen‘!


Onderstaand de ontruiming van de Joods psychiatrische inrichting het Apeldoornsche Bosch 20 januari 1943.


Monumenten ter nagedachtenis aan Martijn

Martijn Levi Roos zijn naam staat op het monument voor het Apeldoornse Bos, op het Holocaust namenmonument Nederland te Amsterdam en ook op het glazen monument in Groenlo waar wij elk jaar op 4 mei zijn naam zullen noemen.

Het Holocaust namenmonument te Amsterdam

Het Holocaust Namenmonument is een herdenkingsmonument aan de Weesperstraat in Amsterdam, in de voormalige Jodenbuurt. Het ontwerp is gemaakt door Daniel Libeskind. Het is het eerste nationale gedenkteken in Nederland waarop de namen van alle slachtoffers van de Holocaust en de Porajmos genoemd worden. Het werd op 19 september 2021 onthuld door koning Willem-Alexander en Jacques Grishaver, voorzitter van Nederlands Auschwitz Comité.

Het monument herdenkt de ruim 102.000 Nederlandse Joodse slachtoffers en 220 Sinti en Roma die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen tijdens de Holocaust en die geen individueel graf hebben gekregen

De bouw van het monument werd deels gefinancierd door een systeem van financiële adoptie; individuen en organisaties konden namen 'adopteren' voor een bedrag en daarmee financieel bijdragen aan het monument. De Stichting Stolperstenen Groenlo heeft de naam van Martijn Levie Roos geadopteerd en daarmee een bijdrage geleverd aan de realisatie van dit Holocaust monument. Hiervoor heeft de stichting per 29 december 2021 een certificaat ontvangen.

Het certificaat ter bevestiging van de adoptie van de naam van Martijn Levie Roos op het namenmonument.