Een Joodse inwoner van Groenlo, moest om aan de greep van de bezetter te ontkomen, begin 1943 onderduiken met achterlating van zijn eigendommen. In een krantenartikel in het Twentsch dagblad Tubantia van 29 maart 1949 wordt hier aandacht aan besteed omdat hij na zijn onderduik bij terugkomst in Groenlo geconfronteerd werd met het gegeven dat een ander er met zijn eigendom vandoor was gegaan.